Zeven leden van het gezin Gans uit Bodegraven werden in het najaar van 1942 vermoord in Auschwitz. Ze hadden gehoor gegeven aan de oproep zich te melden, omdat ze bij elkaar wilden blijven en er heilig in geloofden dat ze terug zouden komen.
Het zijn aangrijpende, verdrietige, krachtige of hoopgevende foto’s die vertellen over vijf jaar bezetting in Nederland. Het project ‘De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s’ wordt samengesteld uit foto’s uit alle provincies. Elke provincie heeft 25 foto's ingestuurd. De presentatie van de 100 foto’s op 30 maart in de Tweede Kamer gaat vanwege de Coronacrisis niet door. In aanloop naar 4 & 5 mei zal op een andere manier bekend worden gemaakt welke 100 foto's zijn geselecteerd voor 'De Tweede Wereldoorlog in honderd foto's'. Op deze website belichten we een aantal foto's uit Zuid-Holland. Vandaag: de familie Gans uit Bodegraven.
De foto werd ingezonden door Koos Karssen, oud-burgemeester van Maassluis en ambassadeur voor de vrijheid van de provincie Zuid-Holland. Hij werd geboren in de hongerwinter en zijn ouders zaten in het verzet. Karssen is altijd geïnteresseerd gebleven in de Tweede Wereldoorlog. Over de foto van de familie Gans zegt hij: “Ik vind deze foto van de familie Gans zo krachtig, je leest dat ook in het verhaal, zij geloofden er heilig in dat ze de oorlog zouden overleven. Die kracht stralen zij uit.”
Handelaar
Vader Joseph Gans werd geboren in 1891. Hij was in Bodegraven handelaar in lompen en metalen. Het gezin woonde aan de Emmakade 119n. Joden werden in de Tweede Wereldoorlog sociaal uitgesloten. Zo was het bijvoorbeeld voor Joden verboden om te gaan met buurtbewoners en kregen zij het bevel om een Jodenster op hun kleding te dragen. Bekend is dat de familie Gans contact hield met de buren door een luik in de schutting. In april 1942 kwam het bevel dat de vijf thuiswonende kinderen Vrouwtje, Marianne, Levi, Coenraad en Elisabeth zich moesten melden in Westerbork.
Het gezin kreeg van het plaatselijke verzet de aanbieding om onder te duiken. Een huisarts probeerde voor de jongste dochter vrijstelling te krijgen omdat zij haar ziekelijke moeder verzorgde. De kinderen wilden niet gescheiden worden van hun ouders en apart onderduiken. Ook geloofden ze in mooie beloften van de Duitsers. Zo werd hen verteld dat de meisjes als kamermeisjes aan de slag zouden gaan in Polen. Koos Karssen: “Met de wetenschap van nu lijkt dit zeer naïef, maar men wist toen nog niets van de verschrikkingen die er zouden komen.”
Auschwitz
Op 14 augustus vertrokken de vijf kinderen met de bus van Bodegraven naar Gouda en vervolgens met de trein naar Westerbork. Eén van de zonen zei bij het vertrek ‘wij gaan met elkaar en komen met elkaar weer terug’. Vader Joseph en moeder Duifje bleven achter in Bodegraven. Ruim twee maanden later, op 19 oktober werd Joseph Gans daar op straat opgepakt door een Goudse politieman. Daarna werd ook zijn vrouw opgehaald.
De kinderen werden allemaal in september 1942 Auschwitz vermoord. Dochter Vrouwtje was toen 26 jaar, haar zus Marianne 25. Zoon Levi was 23 en Coenraad was 18. Jongste dochter Elisabeth werd maar 16 jaar. Moeder Duifje Gans werd een paar dagen nadat ze in Bodegraven werd opgepakt, omgebracht in Auschwitz. Dat was op 26 oktober 1942, ze was toen 54 jaar oud. Haar man Joseph Gans is niet ouder dan 53 geworden, hij kwam op 31 maart 1944 om. Over zijn sterfplaats is alleen bekend dat het in Midden-Europa was. De twee oudste dochters van het gezin, Judith en Henriette, waren al getrouwd en het huis uit. Zij hebben de oorlog overleefd door onder te duiken.
Lees ook: Koos Karssen over zijn jeugdjaren