Na zijn pensionering in 1990 maakte de in 2009 overleden Voorburgse schilder en tekenaar Jan Vegter drie unieke series met tekeningen en teksten. De tweede in die reeks is 'Hongerwinter en bevrijding', gaat over het laatste half jaar van de Tweede Wereldoorlog en wordt verteld vanuit het gezichtspunt van de 17-jarige puber Jan Vegter. Zijn commentaren zijn regelmatig ironisch, soms afstandelijk.
Het resultaat geeft niet alleen een goed beeld van deze periode, maar geeft ook commentaar op de verlammende effecten van oorlog en honger. Ze zijn hieronder voor het eerst in z'n geheel voor een groot Nederlands publiek te zien. De unieke beelden zijn ook voor het eerst als animatie te zien.
Voorburg, augustus 1944
De geallieerde opmars vanuit Normandië verloopt eerst traag. Daarna steeds sneller en wij thuis verzetten nauwgezet de vlaggetjes in de oostelijke richting van onze landkaart. 'Ze hebben Parijs' roept onze huisvriend Piet de Vries, die 't ons even moet vertellen. 'Nog een paar weekjes!' En zo denken we allemaal. Brussel valt, Antwerpen valt, onze grens wordt overschreden en op 'n dinsdag in september kunnen we onze vrolijkheid niet meer bedwingen. Eén dag dolle pret. De dag daarna merken we dat we te vroeg gejuicht hebben. De Duitsers zijn nog lang niet weg en de snelle opmars vertraagt en loopt vast in de Betuwe. Muurvast en de landingen in Arnhem worden een ramp. En dan beseffen we plotseling dat de winter voor de deur staat en dat we 't dus wel erg benauwd kunnen krijgen.
Misschien zal het zo'n vaart wel niet lopen, maar dat doet 't wel en we begrijpen daarbij dat de afgekondigde spoorwegstaking toch ook wel z'n schaduwzijde heeft. Geen vervoer meer… 'nur für Wehrmacht.' De auto is allang uitgeschakeld. Wie daar nog in rijdt is uiterst verdacht. Dus wordt alles wat nog wielen heeft - (bandeloze) fietsen, kinderwagens – van vitaal belang, want als je 't hebben moet van de officiële voedselvoorziening, dan redt je het waarschijnlijk niet. Brandstof is nog hachelijker. De 'Orstkommandant' aan het Oosteinde: die zit daar niet mee. Die heeft eten en een auto. En een vlag!
Menig gerespecteerd Voorburger zal toch wel iets hebben moeten verstouwen om daar op de Plaats van Middendorp in de rij te staan met een pannetje om een beetje soep.
Veel soeps is het niet, maar beter wat dan niets.
Eén ochtend in de week komt 'juffrouw' Gerritsen bij ons als 'werkster'. Zij klaagt en jammert als geen ander. Iedere keer opnieuw. Mijn ouders kunnen daar niet zo goed tegen en zo gaat ze altijd wel met íets naar huis.
November. Het bericht verspreidt zich dat de 'Grüne Polizei' razzia’s voorbereidt op jonge mannen voor werk in Duitsland. Dr Kramer van de overkant verzekert z'n buurman dat hij 't niet zal pikken en de 'heren' zal zeggen 'Is 't potverdorie dan toch waar dat jullie kinderdieven zijn!'
In onze laan is één adres waar pro-Duitsers wonen, maar naast verraad is er het gevaar van onnozelheid. Onze dienstbode bijvoorbeeld. Heeft geen benul van vriend of vijand. Gelukkig zit ze in Friesland vast vanwege de spoorstaking.
Onze buurvrouw is echt zuiver op de graat, maar ze praat te vaak haar mond voorbij.
Enkele dagen later. Een zonnige laan, maar een ijzige stille laan. Alleen wat musjes. 'Niemand mag zich op straat begeven' en de wijk is afgesloten. RAZZIA! Een dag lang met z'n tweeën in een hokje van 1 vierkante meter valt tegen. Ik wil eruit, dan maar aangeven! Maar die vlieger gaat niet op. Wel vliegen de 'Tommies' vijf keer over. Duikvluchten, bommen... en weg wezen. De V2-lanceerplaatsen zijn wel geraakt, maar wat dagen later gaat de eerste raket weer de lucht in. Griezelig als het geraas van zo'n ding plotseling stokt! De razzia-opbrengst blijft beperkt, 't is dan ook geen grondige klopjacht.
Als er een rij voor een winkel staat dan weet je dat er weer een bon is aangewezen, maar 't is steeds weer 'zolang de voorraad strekt'. En de winter verzacht niets. 'n Doordringende ijskou. Velen lopen op houten sandalen, enkelen staan op dikke benen. Honger-oedeem! Een nieuw begrip voor West Nederland. 'Juffrouw' Kruythof aan de Westerlookade is er al aan gestorven. Ze wordt in een zak begraven, want 'hout' is kostbare brandstof.
Goddank, 't is dooi! Als lawines donderen de sneeuwmassa's van de daken. Het is 1 februari, op de kop af.
Zaterdagmiddag, een paar weken later. Terwijl het prille voorjaar al wat van zich laat zien, is 't uitspansel vervuld van een overweldigend gedreun. Sommigen noemen Keulen, anderen Aken. Wat maakt 't ook uit. 'Gooi ze maar te pletter jongens', hoor je roepen uit de achtertuinen.
Toch zijn er in mijn omgeving mensen in een heel ander conflict verwikkeld.
De gereformeerden. 't Is een onderling conflict en er voltrekt zich een kerkscheuring. Felle brochures vallen over en weer in de brievenbus.
't Gaat over de doop, geloof ik.
Zaterdagochtend 3 maart.
We zitten stil te genieten van ons karig boterhammetje. Dan, plotseling vergaat de wereld: een roffel van oorverdovende mokerslagen op de aarde. Wat? Waar? Alsof 't niet genoeg is, opnieuw en opnieuw. Na een goeie minuut valt alles stil. Onwezenlijk stil.
We zijn er nog en de muren staan nog overeind.
Bij een vorig bombardement vloog ik naar 't zolderraam. Om me te oriënteren. Nu niet, nu is er geen aankondigend vliegtuiggeronk, geen sirene-geloei. ''t Is Den Haag!' schreeuwt iemand vanaf het balkon.
Een uur later komen de eerste vluchtelingen uit het Bezuidenhoutkwartier door onze laan. Een stoet van welgestelden die niets meer bezitten. 't Is niets dan geschuifel wat je hoort. Een dame belt bij ons aan. Of ze a.u.b. even naar het toilet mag. Daarna barst ze in tranen uit.
Ik weet niet of de 'spertijd' al is begonnen al is in gegaan, als ik in het 'boerenbosje' sta. De hoge ranke Roomse kerktoren aan de Bezuidenhoutseweg lijkt een fiere fakkel en de bebouwing gezellig gloeiende antraciet in de open haard.
Lijkt. Want dit keer is de brandstof anders.
De bewoners aan de Westerlookade, die op Den Haag uitkijken, hoeven die avond geen kaarsjes, carbidlampen of drijvertjes aan te steken. Licht genoeg!
Een vergissing is 't. De vliegers hebben niet 't Bezuidenhout maar 't Benoordenhout moeten raken! Daar staan die ellendige V2's!
'Met die lui moet je nou de oorlog winnen!' verzucht Dr Bergsma, die zich wel vaker kritisch uitlaat.
Het mag van de Duitsers! Na veel geharrewar krijgen geallieerde toestellen toestemming om 'fooddroppings' uit te voeren boven hongerend West Nederland.
Toch weer iets om de moed erin te houden.
Een gek gezicht eigenlijk, 't lijkt net of ze kruimeltjes strooien.
Ook krijgen we spaarzamelijk Zweeds brood op ons bord. Verrukkelijk!! Er wordt aan ons gedacht! Maar toch!
Half april worden de vooruitzichten uiterst somber, zo niet angstaanjagend. In het duingebied, de zogenoemde vestiging Holland, trekt een aanzienlijke legereenheid van Waffen SS samen, lui die zich liever doodvechten dan overgeven. Alle polders er omheen zullen onder water worden gezet.
Met die wetenschap gaan we op een Woensavond naar een gebedsdienst in de Oude Kerk.
Het enige lichtpunt dat de voorganger ons in het vooruitzicht stelt is de hemelpoort.
Niemand rekent nog met een godswonder maar geleidelijk voltrekt zich dat.
Duitsland capituleert! Hoera. Prachtig!
Maar wat doen die SS'ers in de duinen? Toch nog een dag vol spanning.
Wel, die SS'ers doen niets.
De binnenkomst van de geallieerden is niet spectaculair. Af en toe komen er wat vrachtauto’s of carriers vanaf de grote weg ons dorp binnenrollen. De bevrijders lijken een beetje moe van al dat geoverwin. Maar het onthaal van de Voorburgers is hartverwarmend en dáár word je nooit moe van.
Terwijl ik daar zo aan de kant sta zie ik 'haar' ineens.
De hele hongerwinter heb ik haar eigenlijk niet meer gezien, maar die hele lange winter heb ik vaak van haar gedroomd. Stilletjes. 's Avonds in mijn bed.
En nu staat ze daar… aan die weg… met een vreemde gabber!!
Ik vond dat gejubel en gehuppel toch al niks, maar nu is de lol er voor mij helemaal van af. Weg meisje, weg droom. Ik voel me rot, teneergeslagen.
Ik kan geen vlag meer zien en geen 'Oranje boven' meer horen!