Terug naar 14 mei 1940: de dag dat het hart uit Rotterdam werd gebombardeerd

Het is donderdag 14 mei 2020 precies tachtig jaar geleden dat een groot deel van de Rotterdamse binnenstad wordt verwoest door het bombardement en de brand die daar op volgt. Op 14 mei 1940 raakt Rotterdam, oorspronkelijk een middeleeuwse stad, z'n hart kwijt.

Doodgeschoten door Duitse militairen ná de bevrijding

De 24-jarige Keta Koppelaars uit Kinderdijk werd op 5 mei 1945 doodgeschoten door Duitse militairen. Dat was na de capitulatie van de Duitsers, na de wapenstilstand. Zij is één van de vele slachtoffers die vielen in de onzekere, chaotische dagen van 4 mei tot en met 8 mei 1945.

Na zware strijd trokken Alphense jongens als bevrijders door hun stad

Ze rijden op 8 mei 1945 door bekend terrein, ze komen langs 'hun' buren, 'hun' bakker. De Alphense jongens van de Prinses Irene Brigade zien bekenden en stoppen zelfs even om familie te begroeten. Ze zijn jaren weggeweest uit Alphen aan den Rijn en genieten met volle teugen van hun terugkeer. Nederland is officieel al een paar dagen vrij. Alphen aan den Rijn heeft nu, met de intocht van de Prinses Irene Brigade en andere bevrijders, ook haar vrijheid terug. Wim van den Bosch, Aak van Dam en Jo de Munnik, zo maar wat Alphense jonge mannen die aan een avontuur beginnen. Ze willen Nederland bevrijden en komen bij de Prinses Irene Brigade terecht. Maar ze zullen niet allemaal hun Alphen aan den Rijn binnenrijden als bevrijders. Het zijn niet alleen Alphense jongens, de mannen die de Prinses Irene Brigade gaan vormen komen vanuit alle windstreken. Het zijn Nederlandse jongens die hun dienstplicht willen vervullen of beroeps zijn. En ook Nederlanders die in Canada, Zuid-Afrika, Amerika wonen, besluiten naar Engeland te gaan. Zoals Jan Grootendorst, van origine uit Boskoop, vertrekt vanuit Zuid-Afrika naar Engeland. 'Ze hebben een ding gemeen', vertelt Serge Blom, docent militaire geschiedenis van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH): 'Ze willen vechten tegen Nazi-Duitsland om Nederland te bevrijden'. Op de flanken De mannen komen vanaf de zomer van 1940 samen in Engeland. Tientallen regiogenoten, onder wie Gerard Steijgers uit Delft en Cor den Heijer uit Scheveningen, sluiten zich aan. In Engeland worden ze opgeleid en vallen dan ook onder het Britse leger. 'Ze krijgen de naam brigade maar zijn niet met de gebruikelijke 3000 man, ze zijn met iets meer dan 1000. Ze worden een gemotoriseerd bataljon.' Het is nooit de bedoeling dat ze in het heetst van de strijd worden ingezet. De Prinses Irene Brigade…

Toen was er eindelijk hulp: geen bommen maar voedsel uit de lucht

De Britse bemanning van de Lancaster bommenwerpers vertrouwen het eind april 1945 niet zo. Ze moeten naar verschillende velden in Nederland gaan, daar laag met hun toestel overheen vliegen en hun lading lossen op een wit kruis op dat veld. De opdracht schrikt ze een beetje af, maar ze weten dat ze de mensen in het westen van Nederland enorm helpen. De Lancasters hebben namelijk geen bommen maar het broodnodige voedsel voor hongerend Holland. Na de winter van '44/'45 is de situatie in onze regio schrijnend. Er is geen eten, geen brandstof. Er is al wel wat hulp van Zweden en het Internationale Rode Kruis gekomen, maar dat is een druppel op een gloeiende plaat. Er is veel meer voedsel nodig. De Britten bereiken uiteindelijk een akkoord met de Duitsers, Operatie Manna begint. De Britten mogen op vaste tijden via vaste routes op vaste plekken hulpgoederen brengen. Zo zullen er spullen op de renbaan van Duindigt, in Gouda en op vliegvelden Ypenburg en Valkenburg gedropt worden. Er zat van alles in de pakketten | Foto: NIMH De Duitse luchtafweersystemen zouden de Lancasters ongemoeid laten. En ook de soldaten zouden niet op de toestellen schieten. 'Om goed te kunnen 'lossen', moeten de Britten laag vliegen', legt Erwin van Loo van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie uit. 'Zo laag, dat soldaten op de grond de toestellen kunnen beschieten.' Het laden van de pakketten voor Nederland | Foto: NIMH Pak meel op je hoofd Toch knijpt de bemanning 'm wel een beetje. 'Ze vliegen met dezelfde bommenwerpers waarmee ze ook Duitse steden bombarderen. Maar de voedselvluchten gaan bijna allemaal zonder problemen.' In de lucht dan. Op de grond gaat het wel een paar keer mis, weet Van Loo. 'Er liepen af en toe mensen op de droppingsvelden en die hadden zo'n honger.…

Ooggetuigenverhalen uit Zuid-Holland over de bevrijding in nieuw boek: het waren onzekere dagen

“Vanmorgen met een oranje strikje op wezen melken en bij sommigen hing de vlag al uit. De moffen stonden echter nog aan de Schenkeldijk en wij mochten er niet in. In Strijen moest de vlag weer van de toren en die krengen zijn nog gewapend.” Dat schreef Jan Schouwenburg uit ’s-Gravendeel op 5 mei 1945 in zijn dagboek.

Het vernederen van 'moffenmeiden' na de bevrijding

‘Moffenmeiden’ werden ze genoemd. De vrouwen die tijdens de bezetting een relatie hadden met Duitse soldaten. Na de bevrijding werden vele van hen publiekelijk vernederd.

Massa-executie vlak voor bevrijding herdacht: 'Hij is moedig geweest'

Kora Key en haar jongere broertje Jan zijn nog maar 13 en 7 jaar oud als hun vader in Oegstgeest wordt opgepakt door de nazi’s. Piek verloor zijn broer Aat. Hun laatste contact was in het Oranjehotel. De opa van Jolanda Zuur, Jacobus Zuur is ook vermoord. Zij heeft hem nooit gekend. Dit is het verhaal van vier nabestaanden die een familielid verloren door een Duitse vergeldingsactie op 8 maart 1945. In Kamp Amersfoort worden zondag de 47 slachtoffers herdacht. In de nacht van 6 op 7 maart 1945, vlak voor de bevrijding, stuit een verzetsgroep in de buurt van de Woeste Hoeve op de Veluwe bij toeval op de auto van SS-officier Hanns Rauter. Hij was hoofdverantwoordelijke voor de vervolging en onderdrukking van het Nederlandse verzet en medeverantwoordelijke voor de deportatie van de Nederlandse Joden. De auto wordt beschoten en Rauter raakt bij de aanslag gewond. Op 8 maart, werden door de nazi's 49 verzetsmannen 's ochtends vroeg gefusilleerd aan het einde van de schietbaan bij Kamp Amersfoort. Van die mannen kwam bijna de helft uit Den Haag. Ook op andere plekken in het land werden verzetsmannen vermoord als wraak voor de onbedoelde aanslag op SS-chef Rauter. In totaal vielen er 263 slachtoffers. Daarmee was het de grootste massa-executie in ons land in de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal van Aat Nooy van der KolffEen van de slachtoffers is Aat Nooy van der Kolff. Aat was een student medicijnen en zat bij het verzet. 'Vijfde compagnie, tweede groep. Ze overvielen distributiekantoren en gaven joden een veilig adres', vertelt zijn broer Piek. 'Ik zag mijn broer met een revolver' - Piek Nooy van der Kolff Hij wist helemaal niet dat zijn broer bij het verzet zat. 'Ik stapte zijn slaapkamer binnen en zag dat hij met een revolver bezig was. Hij…

Bommen op Bezuidenhout: 'Je stond doodsangsten uit, tijd bestond niet meer'

Aan de hand van mondelinge verslagen van ooggetuigen hebben Ron Fresen, Nico Mokveld en Renate van der Zee een documentaire gemaakt over het bombardement van Bezuidenhout in Den Haag. Buurtbewoners van toen spreken over de dramatische vergissing van de Britse luchtmacht waardoor een Haagse woonwijk in rook opging. 'Een Duitser behoedde mij voor de scherven die kwamen van het bombardement.' Bommen die de Haagse V2-lanceringplatforms in het Haagse Bos moesten raken, kwamen terecht op de huizen van Hagenaars die al vijf jaar oorlogsleed achter de rug hadden. 'We hadden geen idee wat er gebeurde', zegt een vrouw die de bommen zag vallen. 'Je hoorde overal mensen gillen. Je zag mensen lopen. Op een gegeven moment ging het huis trillen, gingen de ramen eruit en stortte de trap in.' De documentaire kun je hieronder terugluisteren: 'Tussen de rokende puinhopen lagen meer dan vijfhonderd doden en meer dan driehonderd mensen waren zwaargewond.' Met die ontluisterende woorden laat de verteller horen hoe diep het bombardement de samenleving raakte. 'Er was weinig te helpen', zegt een man die het bombardement van dichtbij meemaakte. 'Je was al blij dat je er weg was. Alleen al door de branden die er waren ontstaan. Iedereen was gevlucht of bezig met zijn eigen huisraad.' De drie radiomakers hebben de documentaire 25 jaar geleden gemaakt, vanwege de 50-jarige herdenking van het bombardement.

Mensen waagden hun leven om in de oorlog ADO te zien spelen

Het absolute sportieve hoogtepunt van voetbalclub ADO ligt in de Tweede Wereldoorlog. De Hagenaar worden twee keer landskampioen, in 1942 en in 1943. Een voetbalwedstrijd bezoeken in de oorlog is niet zonder gevaren. Toch komen er in de kampioensjaren van ADO veel mensen naar het stadion. Voetbal is in de oorlog populair. Steeds meer mensen gaan voetballen. Tot september 1944 al het niet meer mag en de competitie wordt stilgelegd. Voor die tijd is het zo populair dat de onderduikers hun schuilplaats verlaten om naar het stadion te gaan. ‘Heel veel mensen, supporters van ADO, van Feyenoord, van Ajax, hebben hun leven gewaagd om één keer in de twee weken naar te kunnen kijken naar een wedstrijd van hun favoriete voetbalploeg’, vertelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. De Duitsers zien hun kans bij de wedstrijden, vertelt hij uit. ‘Er waren regelmatig razzia’s bij stadions. Daar werd ook voor gewaarschuwd door de illegale pers, de verzetskranten.’ In Nijmegen, Utrecht en ook bij ADO doen de Duitsers invallen tijdens een wedstrijd. NSB-club Na de oorlog krijgt ADO de bijnaam ‘NSB-club’. Dat komt onder meer door de ADO-spits Gerrit Vreken. ‘Die was sympathiserend lid van de NSB. Dat is heel wat anders dan dat je echt officieel lid bent, dat je in het stamboek staat’, legt Jurryt van de Vooren uit. Toch wordt hij ook 75 jaar later nog regelmatig opgevoerd als ‘fout’. Van de Vooren weet nog een andere reden voor de nare bijnaam van ADO. ‘Het clublogo op het speldje leek van een afstandje op het NSB-logo. De driehoek en ook de kleuren leken wat op elkaar.’ Kleven Na de oorlog wordt er onderzoek gedaan naar de verschillende voetbalclubs. ADO blijkt niet fouter geweest te zijn dan andere clubs. Toch blijft de bijnaam ‘NSB-club’ aan ADO kleven. 

Hoe een Amerikaanse sergeant bij het Zoetermeerse verzet terechtkwam

Een vliegtuigcrash bracht de Amerikaanse sergeant John McCormick in Zoetermeer. Precies 75 jaar daarna beginnen zaterdag de activiteiten in het kader van 75 jaar bevrijding in Zoetermeer. Op 22 februari 1945 maakte bommenwerper Jolly Duck een crashlanding in Zoeterwoude. Een landing met grote gevolgen voor zowel de Amerikaanse bemanning als de lokale bevolking van Zoeterwoude en Zoetermeer. Burgemeester Charlie Aptroot en Scoutinggroep John McCormick hijsen zaterdag de vlag. Het tuinhuis van amateur-archeoloog Maarten Havinga in Zoetermeer staat vol met vliegtuigonderdelen van de Liberator B-24 bommenwerper Jolly Duck. Vol enthousiasme laat Havinga het allemaal zien. 'Kijk, dit was de catwalk, de loopplank die in de romp van het vliegtuig lag', zegt Havinga. 'En dit is een boomstam waarin een stuk plexiglas zit en dit stuk metaal was een onderdeel van motor drie', somt hij op. 'Dat is de motor die door Duits afweergeschut is geraakt en mede de oorzaak is geweest van de crashlanding.' 'Er zijn in de buurt van Zoetermeer twee vliegtuigen neergestort. De crashsite van de Jolly Duck is de enige die er nog precies zo bij ligt als 75 jaar geleden en waar je dus nog volop bodemonderzoek kunt doen', vertelt Havinga. 'Daarom ben ik er vijftien jaar geleden zo enthousiast over geworden. En nog steeds. Het is veel meer dan een hobby. Het is een passie geworden.' Duits afweergeschut De Jolly Duck vertrekt op 22 februari 1945 met haar negenkoppige Amerikaanse bemanning vanaf de Engelse vliegbasis in Wendling. Samen met nog 31 andere bommenwerpers. Ze krijgen de opdracht om een rangeerterrein voor treinen te bombarderen in de Duitse plaats Nordhausen. De Jolly Duck | Foto: www.b24.net De bemanning van de Jolly Duck | Foto: www.b24.net Vanwege laaghangende rook kunnen ze niet bombarderen en wijken ze uit naar hun tweede doel, Northeim. Maar tijdens de uitvoering wordt de…

bevat-video
Scheveningen

Dankzij ingenieuze belichtingstechnieken zijn studenten van de TU Delft erin geslaagd overgeverfde teksten leesbaar te maken op de muur van één van de cellen in het voormalige gevangeniscomplex in Scheveningen, waar tijdens de oorlog verzetsmensen ...

bevat-video
Ypenburg

Grenadier Paul Moerman (103) en huzaar Klaas Appel (99) zijn tot nu toe altijd naar de herdenking van de Slag om de Residentie geweest. Zij waren er tachtig jaar geleden bij toen de Duitsers een verrassingsaanval op de vliegvelden rond Den Haag uitvo ...

Cookie instellingen