Eenentwintig mannen uit Sliedrecht gingen vanaf november 1944 honderden keren via de Biesbosch naar Brabant. Van bezet naar bevrijd Nederland. De mannen vormden verzetsgroep de Linie-Crossers. Ze waren een belangrijke schakel en vervoerden onder meer militaire berichten, medicijnen, vluchtelingen en wapens.
Het waren tochten door het gebied waar de Duitsers patrouilleerden, waar mitrailleurposten stonden opgesteld en lichtkogels werden afgevuurd. “Gezinnen werden achtergelaten, gigantische afstanden werden overbrugd onder dreiging. Het hield pas op als je weer veilig thuis was. En dan was er weer de dreiging van het klikken”, vertelde Willem van der Vlist aan Rijnmond.
Hij is voorzitter van de Stichting Linie-Crossers Sliedrecht. Het belangrijkste doel van de stichting is dat het verhaal wordt vastgelegd voor de toekomst. Geen van de 21 Linie-Crossers is nog in leven. Van der Vlist: “Deze mensen deden dit omdat ze de Biesbosch kenden en de noodzaak er was. Ze hadden een heel groot gevoel voor vrijheid.”
Van der Vlist is getrouwd met een kleindochter van één van de Linie-Crossers, Desiderius Hubertus van Gool. Bertus van Gool maakte in november 1944 samen met Co Bakker de eerste overtocht. Op de terugweg stuitten ze op Duitse soldaten. Bakker ging daarop terug naar Drimmelen in Brabant om de geallieerden te informeren. Het lukte Van Gool na twee dagen om weer thuis in Sliedrecht te komen.
'Het was gewoon nodig'
De tweede tocht ging van Sliedrecht naar Lage Zwaluwe en was succesvol. Daarmee was de crossline tussen bezet en bevrijd Nederland een feit. Van november 1944 tot mei 1945 maakten de Linie-Crossers 374 overtochten met roeiboten en kano’s. “Van Gool zei altijd tegen z’n kinderen: 'voor vrijheid moet je vechten, daar moet je alles voor doen’. Ik kan er emotioneel van worden. Wat deze mensen hebben gedaan, is gewoon heel uitzonderlijk”, zegt Van der Vlist. Ze werden er niet voor betaald, ze deden het omdat ze het konden. Het was gewoon nodig”
De groep Linie-Crossers bestond uit griendwerkers, vissers en schippers. Het waren mensen die de Biesbosch goed kenden. Ze brachten onderduikers naar het bevrijde deel van Nederland. Maar ook de Britse generaal John Hackett, die bij Operatie Market Garden gewond was geraakt. Het verzet ontvoerde hem uit het ziekenhuis en uiteindelijk werd hij door Linie-Crosser Koos Meijer naar Lage Zwaluwe gebracht.
De inlichtingen die de Linie-Crossers naar het bevrijde Zuiden brachten, kwamen uit een netwerk vanuit het hele land. “De berichtgeving was van een dusdanig hoog niveau dat de geallieerden er echt iets mee konden. Men kon in Londen beleid maken en dat is wel uitzonderlijk”, aldus Van der Vlist.
Vanuit het bevrijde Zuiden gingen er wapens, medicijnen en voedsel mee terug naar Sliedrecht. Twee Linie-Crossers overleefden het niet. Arie van Driel en Kees van der Sande zijn in Duitse handen gevallen. Ze zijn op 30 april - vijf dagen voor de bevrijding - gefusilleerd.
Monument
Aan het Albrechtplein in Sliedrecht is een monument voor de Linie-Crossers. In Villa Wilgenhorst aan de Molendijk is een permanente expositie over de verzetsgroep. Villa Wilgenhorst is het voormalige woonhuis van Bertus van Gool. Het is ook de plek van waaruit de eerste crossings gemaakt werden. Historicus Jelle Simons doet onderzoek voor een boek over de Linie-Crossers. Dat moet in het voorjaar van 2020 verschijnen.
Lees ook: Merwedegijzelaars: 600 jonge mannen slachtoffer van wraakactie